Local-first: One step backwards, two steps forwards

Terwijl de hele wereld in de ban is van AI, vindt in softwareland stilletjes een andere revolutie plaats: local-first software. Dit nieuwe paradigma zet – in plaats van de cloud – jouw apparaat weer centraal. Maar wat betekent dit precies, en waarom is local-first de volgende logische stap in softwareontwikkeling?
De toekomst, gebouwd op het verleden
Wat is local-first? Om dit te begrijpen, moeten we eerst even een stukje terug in de tijd. In de begindagen van software stond alles op één apparaat. Had je geen internetverbinding, dan kon je alsnog je bestanden openen en bewerken. Maar als je harde schijf crashte of je laptop werd gestolen, was je alles kwijt.
De cloud was de oplossing. Door data in grote datacenters op te slaan, wordt alles toegankelijk vanaf elk apparaat met internet en kunnen er automatisch back-ups gemaakt worden. Een enorme verbetering voor de gebruikerservaring. Voor developers brengt de cloud echter Werken met de cloud brengt ook veel nieuwe uitdagingen met zich mee. De meeste ervaren ontwikkelaars hebben waarschijnlijk ruime ervaring met cache-invalidatie, verouderde data, latentie, onstabiele verbindingen, data-consistentie, etc… Elk verzoek aan je app of website moet alle relevante gegevens ophalen uit een datacenter. Kostenbesparende maatregelen zoals caching kunnen helpen bij het verlagen van de kosten, maar voegen ook extra complexiteit toe aan je app.
Daarnaast is een stabiele internetverbinding noodzakelijk om cloud-gebaseerde software te gebruiken. Iedereen kent het wel – “Sorry, ik kan dit nu niet afspelen omdat je internetverbinding voor een seconde weg viel”. Dit soort problemen brengen de beperkingen van cloud-only oplossingen pijnlijk aan het licht en dan hebben we het nog niet eens over de Als je gegevens alleen worden opgeslagen in de cloud van het bedrijf dat eigenaar is van de app die je gebruikt, dan zijn je gegevens niet echt van jou. Als het bedrijf plotseling failliet gaat of besluit een app te sluiten (kijkend naar jou Google 👀), dan kunnen je gegevens ook verloren gaan. Ze zijn namelijk niet verplicht om je een manier te bieden om je gegevens te exporteren.
Local-first software biedt hier een alternatief voor. Het combineert de voordelen van lokale opslag met de kracht van cloud-synchronisatie. Data wordt lokaal opgeslagen, waardoor je ook zonder internetverbinding kunt werken. Op de achtergrond synchroniseert de software met de server en maakt back-ups zodra er een stabiele internetverbinding is. Dit biedt niet alleen een betere gebruikerservaring, maar kan de Developer experience (DX) is de gemakkelijkheid en efficiëntie waarmee ontwikkelaars code kunnen bouwen, testen en implementeren.
De term local-first is bedacht door onderzoekslab Ink & Switch, die in dit artikel een uitgebreidere uitleg geven van dit nieuwe paradigma.
Zijn tijd vooruit?
Terwijl sommige Ons kantoor is dol op apps zoals Linear, Excalidraw, Obsidian en Reflect. Zelfs als onze wifi over het algemeen redelijk goed is, zijn deze apps nog steeds veel sneller dan cloud-gebaseerde alternatieven (en sommige hebben zelfs helemaal geen wifi nodig). Op het moment van schrijven bestaat ons team uit 9 personen. 6 daarvan zijn ontwikkelaars en 0 daarvan hebben momenteel de tijd om een sync-engine vanaf nul te bouwen.
Nu al de toekomst?
Local-first is niet zomaar een stap terug naar lokale-software, maar een slimme balans tussen de voordelen van data op jouw apparaat en de cloud. Het biedt snelheid, privacy en enorm fijne DX. Hoewel het eco-systeem nog flink in opkomst is, zijn de voordelen van het bouwen met local-first tech nu al te merken en is het leren hiervan een goede investering voor de toekomst. Wij houden in ieder geval alle ontwikkelingen in de gaten!
Samen werken aan een local-first oplossing? Neem contact op!